BioKennisWeek

PDF Download

Pompoen workshop – Q&A

 

 

Ziekte symptomen

1.     Ik kom binnen een partij op 95% van de pompoenen lichte zwarte stipjes tegen. Dit is geen rot, maar ook niet verkoopbaar. Wat kan dit zijn?

Mogelijk Colletotrichum of Cladosporium (zie figuur 1 & 2).

Colletotrichum & Cladosporium 

 

 

2.     Bij de oogst ben ik witte ingezonken vlekken tegengekomen. In de bewaring rotten deze verder. Wat kan dit zijn?

Mogelijk zonnebrand plekken die in de bewaring gaan rotten. Door zonnebrand scheurt de huid en daardoor kunnen schimmels en bacteriën makkelijker binnendringen.
Zonnebrand 

3.     Ik kom groenverkleuring, groene strepen en/of groene putjes in de oranje pompoen tegen. Wat kan dit zijn?

Hier zijn twee mogelijkheden: ZYMV virus (zie figuur 4) of genetisch. Bepaalde rassen (bijv. Uchiki Kuri) kan onder stressomstandigheden moeite hebben door te kleuren.ZYMV virus 

4.     Afgelopen jaar vertoonden de jonge planten gele stippen op de bladeren met enkele afgestorven planten. Wat kan dit zijn?

Het is erg moeilijk om hier uitsluitsel over te geven. Inschatting is dat dit om een bacterie infectie gaat, met name omdat deze in een jong stadium voorkomt en soms wegval veroorzaakt. Over het algemeen herstelt de plant hiervan (bij infectie in een jong stadium).

bacterie infectie       

 

5.     Geel verkleuring van blad (geen stikstof gebrek). Wat is dat?

Dit is een erg lastige vraag. Drie mogelijke oorzaken:

·       Dit kan genetisch zijn. Soms vergeelt de nerf. Dit heeft geen gevolgen voor de groei van de plant.

·       Het kan ook om een virus infectie gaan.  

·       Een gebrek, bijv. magnesium kan ook de oorzaak zijn.

 

Het is erg lastig om op bovenstaande vragen een sluitend antwoord te geven. Veel ziekten, gebreksverschijnselen en fysiologische aandoeningen hebben een verschillende oorzaak en lijken qua symptomen erg veel op elkaar. Om hier dus een  goed antwoord op te kunnen geven hebben wij meer informatie nodig en mogelijk zelfs een diagnostisch sample voor nader onderzoek in het lab. Voor meer informatie, neem contact op met uw sales specialist.

 

Bewaaromstandigheden

 

1.     Kan teveel ventileren leiden tot meer slijtage (in met name de Orange Summer) waardoor deze meer vatbaar wordt voor zogenaamde invallende puntjes.

Wij zien geen problemen door teveel ventilatie (ook niet bij Orange Summer). Wij adviseren juist veel ventileren. Wat we wel zien is dat door op tijd oogsten veel problemen in de bewaring voorkomen kunnen worden (bijvoorbeeld invallende puntjes). Waarschijnlijk zijn deze puntjes al ontstaan op het veld en komen ze verder tot uiting tijdens de bewaring.

 

2.     Heeft pompoen een wondheel periode nodig direct na de oogst en zo ja, wat is een goed temperatuur regime?

Vooral vrij vocht op de pompoenen in de bewaring creëert gunstige omstandigheden voor diverse schimmels. Dit geldt zeker ook voor wondvocht. Optimale luchtvochtigheid om snel op te drogen lijkt hierbij een belangrijkere rol te hebben dan de temperatuur. Voorzichtig oogsten en de pompoenen zo droog en schoon mogelijk in de bewaring brengen bij 10°C en een relatieve vochtigheid van 70 tot 75 procent blijft hierbij het advies.

 

Algemeen kunnen we nog stellen dat veel bewaarproblemen te voorkomen zijn door het juiste oogstmoment in acht te nemen.

 

 

Teeltomstandigheden

 

1.     Hoe creëer je gunstige omstandigheden voor gaasvliegen of andere predatoren van luizen?

Bloemrijke akkerranden vormen een goede basis voor een divers en gebalanceerd ecosysteem.

Bij Vitalis gebruiken we veel Alyssum aan de kopeindes (ook voor andere gewassen, zoals sla). We zien dat dit veel predatoren aantrekt.

Ook bloeiende koriander kan in de akkerrand gebruikt worden.

 

2.     Hoe kun je meeldauw voorkomen? 

Veel ziekten vallen helaas niet te voorkomen. Wel kun je de schade zoveel mogelijk beperken door goede groeiomstandigheden te creëren voor het gewas. Een gebalanceerde bemesting en goed waterbeheer is een goed uitgangspunt. Tevens zijn er verschillen in gevoeligheid voor meeldauw tussen de rassen.

 

3.     Wanneer je niet kunt ventileren in de bewaring, hoe kun je dan het beste de pompoenen bewaren?

Vooral vrij vocht op de pompoenen in de bewaring creëert gunstige omstandigheden voor diverse schimmels. Voorzichtig oogsten en de pompoenen zo droog en schoon mogelijk in de bewaring brengen is in dit geval de basis. Verder zou je kunnen zorgen dat de pompoenen zo ruim mogelijk opgeslagen worden zodat er voldoende ruimte tussen de pompoenen onderling is en zo natuurlijke ventilatie gecreëerd wordt.  Bijvoorbeeld het gebruik van kuubkisten waar veel ruimte (+/- 15 cm) tussen de latten zit. Hiermee kan de door de pompoenen geproduceerde warmte en vocht makkelijk weg.

 

4.     Kan stro zorgen voor gespleten pompoenen? Zijn er andere nadelen bij het gebruik van stro?

Zorgt stro niet voor teveel vocht? En splijting?

Lastig te beantwoorden. Veel is afhankelijk van de specifieke situatie. Is ook sterk rasafhankelijk en afhankelijk van de waterhuishouding van de bodem.

 

5.     Kan een warmere bodem ook gunstig zijn voor de teelt van pompoen? Bijvoorbeeld een wat snellere groei en afrijping?

Er zijn inderdaad ook gunstige zaken aan een warmere bodem. Naast wat al genoemd is kunnen de planten ook mogelijk wat eerder geplant worden. Pompoen is een warmte minnend gewas en bij hogere bodemtemperatuur zal de beworteling en plantontwikkeling sneller gaan in het voorjaar. Doordat de pompoen sneller ‘aan de gang gaat’ zullen ze uiteindelijk ook sneller afrijpen. Bij Vitalis gebruiken we bioafbreekbaar folie voor de butternut teelt.

 

 

6.     Is er een relatie tussen bemesting en ziektes? Zo ja, waar kan ik rekening mee houden?

Een gebalanceerde plant is een sterke, weerbare plant. Hier hoort een gebalanceerde bemesting bij. Te rijke bemesting, met name stikstof, zal eerder leiden tot problemen.

 

7.     Wat is de oorsprong van ziektes? Zit alles al in de bodem?

Dit is afhankelijk van de ziekte. Bijvoorbeeld Fusarium en Sclerotinia komen in veel bodems voor. De meeste schimmelsporen verspreiden zich via de lucht. Weer andere ziektes worden door insecten overgebracht (bijv. luis kan virus overbrengen). De oorsprong is dus sterk afhankelijk van de ziekte.

 

8.     Begroeiing koelt de bodem. Kan een tussengroei in die zin een oplossing bieden?

Begroeiing kan inderdaad voor afkoeling zorgen. Maar tussen groei kan ook zorgen voor een vochtig micro klimaat dat veel schimmels en bacteriën juist weer fijn vinden. Wij zijn van mening dat de nadelen niet opwegen tegen de voordelen van mogelijke afkoeling. Momenteel wordt er bij Vitalis onderzoek gedaan naar het telen van pompoen in de strokenteelt. De eerste resultaten zijn positief, afhankelijk van het naastgelegen gewas (bijv. bladgewassen).

 

Raseigenschappen

 

1.     In hoeverre zijn ziektes binnen pompoenen zaadoverdraagbaar?

Bij ons weten zijn de genoemde ziektes niet zaadoverdraagbaar.

 

2.     In hoeverre zijn er rasverschillen wat betreft bewaarziektes als zwartrot, Sclerotinia etc.

Dit is afhankelijk van de ziekte. Bij Sclerotinia zien wij geen rasverschillen. Bij Kaori Kuri en Flexi Kuri zien we dat deze beter bewaarbaar zijn doordat ze minder vatbaar zijn voor bewaarziektes.

 

3.     Zijn er verschillen in gevoeligheid tussen de verschillende pompoen types of rassen?

Er zijn rasverschillen, maar door onze pompoenveredeling onder biologische omstandigheden te doen, selecteren wij over het algemeen robuustere rassen die minder gevoelig zijn voor ziektes. Ziekteresistentie heeft bij ons prioriteit in de rasontwikkeling.

 

4.     Is er resistentie tegen NewDehli virus in pompoen en zo ja, wordt het ingekruist?

Er is intermediaire resistentie tegen NewDehli virus en wij werken er hard aan om deze breed in ons assortiment in te kruisen. Dit zal nog meerdere jaren in beslag gaan nemen.